Dit is de loodgieters werkplaats van de familie Smit uit Kampen, Tijmen 1869-1955 is de man met de hoed op, Tijmen trouwde destijds met Dirkje de Velde Harsenhorst 1871-1948 de trouwdatum was 15 maart 1894.
Deze foto kregen wij van een kleinzoon van Dirk Smit, Dit is Dirk Reinhold Smit deze Dirk woont in Engeland en het is toch leuk dat daar onze website ook gelezen wordt.
De mannen die op de foto staan zijn als volgt.
- De oude man met de hoed is de eigenaar: Tijmen Smit (1869-1955) getrouwd met Dirkje de Velde Harsenhorst
- 1e man rechts van hem met de handen in de zij: zoon Dirk Smit (1901-1964) getrouwd met Willempje van Dijk
- 2e man rechts van hem leunend tegen de werkbank: zoon Hendrik Smit (1894-1968) getrouwd met Sara Herrebout
- 1e man links van de eigenaar: zoon Tijmen Smit (1899-1981) getrouwd met Alberta Elhorst
- 2e man links van de eigenaar: zoon Johannes Smit (1898-1977) getrouwd met Anna Dina Sybranda Adolfs
- 3e man links van de eigenaar half leunend met bril: kleinzoon Tijmen Smit (1925-1959) getrouwd met Geertje Kortenschijl (1) en Margaretha Brüggemann (2)
- De 4e man links van de eigenaar heette hoogstwaarschijnlijk Ynze Conradi
- De 5e man links van de eigenaar heette hoogstwaarschijnlijk Gerrit Drenth
Greetje is tijdens razzia met haar ouders opgepakt en in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam terechtgekomen met heel veel andere opgepakte Joden. Vanuit hier zijn veel Joodse kinderen weg gesmokkeld door studenten. Dochter Serah vermoedde lang dat haar oom Philip ervoor gezorgd heeft dat Greetje in 1942 naar Kampen is gebracht. Haar ouders en veel familie is in concentratiekamp Sobibor omgekomen. Waarschijnlijk is Greetje eerst op een ander adres geweest en is daarna bij de familie Smit terechtgekomen. Haar schuilnaam was Greetje Wever. Ze heeft een merklap geborduurd met G. Wever erop. Op school was de schooldirecteur op de hoogte van de situatie en hij heeft gezorgd dat Greetje niet bij een NSB-leerkracht in de klas kwam.
Er is een foto waarbij opa, oma, Annie en Greetje lopen in de Oudestraat in Kampen. Dit is wonderlijk: een plaatje van in de oorlog, dat was toch niet gebruikelijk! Wat zou hier het verhaal achter zijn.
Na de oorlog mocht Greetje niet naar één van haar twee (veel) oudere zussen die in Maastricht en Best woonden. Greetje was een nakomeling. Ze was best verwend, vond het vreemd dat ze in een gezin kwam waar ze soms op een 3-jarig kindje (mijn moeder) moest passen. Ze was niet grootgebracht met andere kleine kinderen.
Volgens Dirk kon Greetje zich verbergen in de ruimte tussen de loodgieters werkplaats en de woonruimte erboven. Het kantoor waar mijn vader later werkte, was er direct onder, maar dat was toen nog niet gebouwd.
Greetje liep gewoon mee over straat. Als mensen er iets van zeiden, dan zei oma: “Ach dat is een weesmeisje via de kerk bij ons gekomen”. Ging mee naar school en ook mee naar het Doopsgezind Broederschapshuis in Elspeet.
Tijdens de oorlog werden ook nog één of twee SS-officieren ingelegerd in het huis aan de Voorstraat.
Ander verhaal is dat oma met Greetje naar het politiebureau is gegaan om uitleg te geven en blufpoker te spelen over Greetje en waarom ze bij hen was.
Ze ging vrij kort na de oorlog weg. Huis in Voorstraat was vroeger een Joods badhuis en daarvoor een synagoge. Na de oorlog stonden er ineens mannen voor de deur van de Zwitsers Joodse gemeenschap. Hier woont een Joods meisje. Kwamen haar ophalen. Moest Joodse opvoeding hebben. Het was een schandaal dat mijn opa en oma daar niet aan bijgedragen hadden. Opa was bijzonder kwaad over dit verwijt. Ze was zelfs naar de protestantse kerk geweest. Ze hadden papieren van de Joodse raad.
Volgens dochter Serah had Greetje een slechte verstandhouding met oma.
Greetje is bij een kinderloos Haags echtpaar geplaatst, maar daar was de vrouw een kenau. Ook daar niet naar haar zin gehad.
Rien is aan de deur geweest bij Greetjes huis, maar ze was niet thuis. Angst van Greet was zo groot. Als er gebeld werd lag zij onder het bed. Zo vertelde Rien Hij vertelde ook dat alles naar het Joods historisch museum is gegaan.
Serah is goed geholpen door Laurens Hooisma van het stadsarchief in Kampen. Hij heeft het boek ‘Weggetjes naar de vrijheid’ geschreven over de Joden in Kampen. Serah heeft een broer die 4 jaar ouder is. Zelf heeft ze vier kinderen van 23, 20 en een tweeling van 13 jaar.
In het poezieboek van Greetje staan de namen: Jo Boom, Nijhof, Willibrord, Corry, Lientje Lijs (uit Kampen), Hanny, Colijn.
Hieronder een stuk uit het poezieboek en een foto van Dirk Reinhold Smit met zijn moeder Geertje Kortenschijl (1930-1982) Dirk heeft ons al de informatie gestuurd inclusief foto's